Dr. Maarten Tushuizen
Graag aandacht voor NAFLD en NASH
Graag aandacht voor NAFLD en NASH
MDL-arts Maarten Tushuizen luidt de noodklok over de risico’s op het krijgen van NAFLD (non-alcoholic fatty liver disease) en NASH (non-alcoholic steatohepatitis). Door hun westerse leefstijl lopen er een paar miljoen mensen in Nederland ongemerkt rond met een leverziekte door overgewicht. Naar schatting 20 procent van de volwassen Nederlanders en zelfs 60 procent van de diabetes type-2-patiënten heeft leververvetting, met hierdoor een verhoogde kans op het ontwikkelen van NAFLD en NASH. Tushuizen pleit voor bewustwording bij huisartsen en specialisten en gerichte screening van mensen in hoog-risicogroepen.
Tijdens zijn opleiding Interne geneeskunde – inmiddels ruim 15 jaar geleden – deed Maarten Tushuizen onderzoek naar het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten bij type 2-diabetes en de effecten die ontstaan na het eten. Zijn belangstelling voor NAFLD & NASH werd gewekt toen hij zag dat de patiëntengroep met veel levervet ook meer last had van postprandiale verstoringen. Dat leververvetting een rol speelt bij het krijgen van hart- en vaatziekten is al langer bekend, maar het kan uiteindelijk ook leiden tot problemen in de lever zelf, zoals fibrose, cirrose en HCC.
Aanvankelijk wilde Tushuizen endocrinoloog worden, maar hij realiseerde zich dat hij beter op zijn plek zou zijn bij de maag-darm-leverziekten. Na zijn opleiding werkte hij vijf jaar als algemeen MDL-arts in een klein perifeer ziekenhuis. Hij heeft er een aantal projecten opgezet rondom NAFLD en NASH, maar kwam er relatief weinig in contact met leverziekten. Uiteindelijk is hij hiervoor, en zijn interesse in levertransplantatie en HCC, teruggekeerd naar de academie. Hij werkt sinds 2017 als maag-darm-leverarts in het LUMC.
Wanneer meer dan 5 procent van de hepatocyten verzadigd is met triglyceriden, spreek je van leververvetting. Als hierdoor, en nadrukkelijk niet door alcoholmisbruik, een simpele steatose ontstaat, spreek je van NAFLD (non-alcoholic fatty liver disease). Komt er een ontsteking bij, dan spreek je van NASH (non-alcoholic steatohepatitis).
Tushuizen laat zien dat een gezonde lever – op de afbeelding uiterst links – door accumulatie van vet geel wordt. De combinatie van leververvetting met steatohepatitis (NASH) zorgt voor fibrose, cirrose en mogelijk uiteindelijk een hepatocellulair carcinoom (HCC) – zie uiterst rechts.
Overgewicht is de belangrijkste risicofactor, vooral in combinatie met weinig beweging en een hoge calorie- en fructose-intake. Mensen met diabetes type-2 lopen ook een verhoogd risico. Genetische factoren spelen een minder grote rol, ongeveer in 5 procent van de gevallen; Midden- en Zuid-Amerikanen hebben ook meer aanleg.
Helaas zijn er nog weinig Nederlandse data beschikbaar. Naar schatting 20 procent van de volwassen Nederlanders en zelfs 60 procent van de diabetes-type-2-patiënten heeft leververvetting en hierdoor een verhoogde kans op het ontwikkelen van NAFLD. 2 á 3 procent van de volwassenen heeft kans op NASH.
Het is een sluipende ziekte. Juist omdat je er niets van voelt, wordt het vaak pas gediagnosticeerd als je al levercirrose hebt ontwikkeld of zelfs leverkanker.
De beste diagnostiek om NASH vast te stellen is via een leverbiopt. Nadeel is dat dit pijnlijk is, 2 procent kans geeft op een ernstige bloeding én een fout-negatieve uitslag kan geven. NAFLD kan vastgesteld worden via echografie, maar deze methode is niet heel nauwkeurig. Een fibroscan zou een grote rol kunnen spelen maar is niet erg toegankelijk.
Naar verwachting zal in 2020 in Amerika NAFLD/NASH de hoofdreden zijn voor levertransplantatie. Bijkomend probleem is dat er door de epidemie van leververvetting steeds minder gezonde levers beschikbaar zijn. Op zijn eigen poli komt Tushuizen steeds meer mensen tegen die aanvankelijk alleen NAFLD/NASH of diabetes type 2 hadden, nooit hebben gedronken, maar wel een cirrose met daarin leverkanker hebben ontwikkeld.
Mensen met type-2-diabetes zouden naast screening op oog-, nier- en zenuwproblemen ook eens in de 3 á 5 jaar gescreend moeten worden op leverproblemen. Ook zouden er bij de huisarts non-invasieve meetmethodes geïntroduceerd kunnen worden met parameters op onder andere de middelomvang, de triglyceridenscore et cetera. Mensen met een hoge score kunnen dan worden doorverwezen voor bijvoorbeeld een fibroscan.
Een Europese richtlijn is er wel (EASD/EASL), een Nederlandse nog niet. Tushuizen pleit voor het snel opzetten hiervan in samenwerking met onder andere de patiëntenverenigingen. Daarnaast schetst hij een nationaal plan van aanpak met een grote rol voor screening door huisartsen en voedings- en bewegingsprogramma’s, vergoed door verzekeraars, om patiënten een gezondere leefstijl aan te leren.
Voor de optimale behandeling zouden de verschillende specialisten – de internist-endocrinoloog, de internist-vasculair geneeskundige en de MDL-arts/hepatoloog – meer samen moeten optrekken, inclusief de huisarts en de diabetesverpleegkundige. Eventueel moet ook de chirurg erbij betrokken worden, omdat bariatrische chirurgie heel goede resultaten laat zien.
Er moet meer aandacht komen, zowel bij huisartsen als bij het algemene publiek, dat je een leverziekte kunt hebben door overgewicht of door diabetes type-2; dat die ook kan ontstaan zonder alcoholmisbruik; en dat je de bijbehorende gezondheidsproblemen kunt verminderen en de kans op het ontwikkelen van levercirrose en -kanker aanzienlijk kunt verlagen door aanpassing van je leefstijl.
000/NL/19-09//1844a
Date of preparation:
October 2019